- overdoen
- {{overdoen}}{{/term}}1 [nog eens doen] refaire2 [verkopen] céder3 [van het ene in het andere doen] transvaser♦voorbeelden:1 een examen overdoen • repasser un examen〈figuurlijk〉 wij gaan het (nog eens) dunnetjes overdoen • on va remettre ça3 doe de rijst in een andere pan over • mettez le riz dans une autre casserole
Deens-Russisch woordenboek. 2015.